postuum portret door Alexandra Timmer (2007)

Uit de openingstoespraak door Sytze van der Veen van de tentoonstelling op 20 april 2007:

George de Bruin werd in 1929 geboren. Tijdens de oorlog bezocht hij de driejarige HBS en in 1945, een paar maanden na de bevrijding, deed hij eindexamen. Hij had ongetwijfeld de capaciteiten om verder te studeren, maar de tijd en het milieu waarin hij opgroeide plaatsten zo'n ambitie buiten zijn bereik. Omdat hij goed was in natuur- en scheikunde volgde hij een beroepsopleiding tot chemisch analist. Dat beroep heeft hij meer dan twintig jaar uitgeoefend, onder meer bij de Universiteit van Amsterdam.
George had niet genoeg aan zijn werk als laborant, hij zocht naar andere wegen om zich te ontwikkelen. Vanuit de wereld van alledag baande hij zich een weg naar de wereld van de geest, gedreven door zijn liefde voor de literatuur en door een onverzadigbare leeshonger. Als jongeman van een jaar of achttien trainde hij zichzelf om zo weinig mogelijk te slapen, zodat hij naast zijn werk tijd overhield om te lezen. Hij zette zijn wekker op een goddeloos vroeg uur en las totdat hij naar zijn werk moest - een discipline die hij zichzelf oplegde vanuit zijn gedrevenheid, naast de discipline die hij moest opbrengen voor zijn dagelijkse bezigheden. Op den duur werd die korte nachtrust zijn tweede natuur, hij kon de rest van zijn levensdagen toe met drie of vier uur slaap. Terwijl de wereld sliep las George of schreef hij gedichten. Hij ontwikkelde in zijn jonge jaren een voorliefde voor Franse literatuur en Frankrijk werd zijn intellectuele vaderland. In 1971, op de leeftijd van 42 jaar, besloot hij een oude droom te verwezenlijken: hij begon met een studie Frans. De zwenking in zijn bestaan valt alleen te begrijpen vanuit de intellectuele hartstocht die zijn wezen uitmaakte - de wil om te weten, de wil om te leren, de wil om zijn hoofd te scherpen. Nadat hij zijn studie in 1977 had afgerond was hij enige jaren werkzaam als leraar. Het onderwijs viel hem zwaar, ook al omdat hij als leraar Frans de tijd niet meehad. In Nederland had het televisietijdperk zijn intrede gedaan en Franse uitingen werden steeds meer overstemd door luidruchtige Angelsaksische prietpraat. De verkondiger van het Franse woord leverde een gevecht tegen de bierkaai van onwillige pubers en was van nature weinig geschikt als handhaver van de orde. Hij kon zijn passie niet kwijt in het onderwijs en trok zich meer en meer terug in zijn eigen wereld - hij las, hij schilderde, hij dichtte en hij speelde piano.

George was in zijn hart een kunstenaar en in zijn hoofd een denker. Vaak worden hoofd en hart voorgesteld als tegengestelde krachten, maar bij hem was dat niet het geval. Aan zijn muziek en schilderijen lag dezelfde hartstocht ten grondslag als aan zijn gedichten en lectuur. Hij was altijd bezig, met het een of met het ander, en met dezelfde gedisciplineerde gedrevenheid waarmee hij zich had aangewend niet meer dan een paar uur per nacht te slapen. Hij was in intellectueel opzicht een selfmade man met een enorm brede eruditie, een kapitaal aan kennis dat hij had opgebouwd door een leven lang intensief te lezen. Geconcentreerde hartstocht was het kenmerk van zijn geest en ook van de schilderijen en gedichten die hij maakte. De bibliotheek die hij heeft nagelaten is een getuigenis van zijn intellectuele bereik en zijn kosmopolitische aanleg. Hij had boeken in alle mogelijke talen, niet alleen in het Frans maar ook in het Duits en het Engels. Hij las Spaans en Italiaans. Hij maakte zich het Latijn eigen en het Occitaans, de middeleeuwse taal van Zuid-Frankrijk. Een reis naar Roemenië was aanleiding om Roemeens te leren en hij is ook nog bezig geweest met Russisch, maar had met een Slavische taal meer moeite dan met de Romaanse. Je vindt in zijn boekenkast veel literatuur, maar ook veel geschiedenis en heel veel filosofie. Het Franse existentialisme dat hij zich in de jaren vijftig eigen had gemaakt was een oude liefde die niet roestte, maar ook latere Franse stromingen zijn ruimschoots vertegenwoordigd - structuralisten, psycho-analytici, deconstructivisten en postmodernisten.

meer >>